Wanneer de conservatieve maatregelen in onvoldoende beterschap resulteren en de aantasting van het gewricht nog niet té uitgesproken is, kan een arthroscopisch debridement uitgevoerd worden. Hierbij wordt de schouder “opgekuist”: de ontstoken slijmbeurs wordt weggenomen, de lange bicepspees wordt doorgenomen indien deze nog niet spontaan is afgescheurd en losse kraakbeenflarden worden verwijderd.
Er wordt eveneens een capsulaire release (= het losmaken en verwijderen van littekenweefsel in het kapsel) verricht om de beweeglijkheid te verbeteren.
De resultaten van deze ingreep zijn echter niet altijd voorspelbaar zodat deze optie voorbehouden wordt voor de wat jongere patiënten met een matige gewrichtsaantasting of oudere mensen met nog een behoorlijke functie die geen prothesechirurgie meer wensen.