Discus hernia betekent in het Nederlands breuk (= hernia) van de tussenwervelschijf (= discus). Een tussenwervelschijf bestaat immers uit een centraal zacht gedeelte en een omliggende ring. De breuk ontstaat in de buitenste ring waardoor het zachte gedeelte naar achter schuift en druk geeft op het ruggenmerg of zenuwen. Hierdoor kan pijn in het been ontstaan (in de volksmond omschreven als ischias, sciatique of ingeklemde zenuw) wat het typische symptoom is van een hernia in de lage rug. Een hernia kan ook aanwezig zijn zonder symptomen en moet dan ook niet verder behandeld worden.
Een hernia kan op alle leeftijden optreden. We zien voornamelijk hernia’s ten gevolge van slijtage in de rug en in mindere mate ten gevolge van een trauma.
In eerste instantie vermelden de meeste mensen een periode van lage rugpijn dewelke verdwijnt en plots vervangen wordt door uitstralende pijn in het been volgens een bepaald patroon. Soms komt de pijn in het been ook geleidelijk aan op en wordt het in eerste instantie eerder ervaren als spierpijn. De beenpijn kan in alle houdingen optreden en verschilt dus van persoon tot persoon. Soms wordt de pijn begeleid door tintelingen of een slapend gevoel in het been over dezelfde zone. Bij ergere gevallen kan er ook verminderde kracht ontstaan in bv bovenbeenspier, kuitspier,... Zo zien we de gekende klapvoet soms optreden. Krachtverlies ter hoogte van de onderste ledematen is een reden voor dringend nazicht.
Het ideale onderzoek is een NMR (=MRI). Het levert ons de beste beelden en gebruikt geen nadelige X-stralen. Soms wordt ook een CT scan van de lumbale wervelzuil gevraagd.
Wanneer de klachten zich beperkten tot lage rugpijn, moet de hernia (= de uitpuiling) op zich niet behandeld worden. Op dat moment zal de behandeling zich vnl. richten op de slijtage van de tussenwervelschijf zelf. Wanneer er echter een duidelijke uitstralende pijn thv de onderste ledematen aanwezig is, is verdere behandeling van de hernia aangewezen.
De behandeling is in de eerste plaats niet operatief. Deze bestaat uit afwachten, pijnstilling en kinesitherapie.
Wanneer pijnklachten echter blijven bestaan kan verdere behandeling in de pijnkliniek worden voorgesteld. Deze kan bestaan uit inspuitingen waarbij cortisone rond de geklemde zenuw wordt aangebracht. Dit wordt een selectief wortelblok of transforaminale infiltratie genoemd. Vroeger werd gebruik gemaakt van een epidurale infiltratie. Dit is een spuit die in het midden van de rug werd gegeven terwijl de patiënt een gebogen houding moest aannemen. Deze behandeling was niet zo effectief en wordt nu ook niet meer terugbetaald.
Wanneer de inspuiting op termijn faalt of wanneer de pijn te fel uitgesproken is en/of wanneer er uitvalsverschijnselen aanwezig zijn wordt er overgegaan tot een ingreep. Deze ingreep wordt de microdiscectomie genoemd. Dit betekent dat er onder microscopische vergroting wordt overgegaan tot het verwijderen van de hernia. Hierdoor kan de insnede zeer klein gehouden worden wat pijn na de ingreep sterk vermindert in vergelijking met vroegere technieken.
Radiologie of medische beeldvorming richt zich op het in beeld brengen en interpreteren van afwijkingen in het lichaam. Vroeger werd er voornamelijk gebruik gemaakt van röntgenstralen. De discipline is de laatste jaren zeer sterk gegroeid en omvat nu naast RX en CT, echografie en MRI.
In een orthopedische context richt het lichamelijk onderzoek zich op het beoordelen van het bewegingsapparaat om de oorzaak van pijn, functieverlies of afwijkingen te achterhalen. Het onderzoek start met inspectie, waarbij de stand, symmetrie, spiermassa en eventuele zwelling of roodheid worden beoordeeld. Vervolgens worden palpatie, bewegingsonderzoek en specifieke testen uitgevoerd om gewrichten, spieren, pezen en ligamenten te evalueren. Bij het bewegingsonderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen actief en passief bewegen om te bepalen of de beperking door pijn, spierzwakte of gewrichtsstijfheid wordt veroorzaakt. Tot slot kunnen provocatie- en stabiliteitstesten helpen bij het lokaliseren van letsels of instabiliteit. Het lichamelijk onderzoek vormt samen met de anamnese de basis voor een gerichte orthopedische diagnose en verdere behandeling.
PLIF staat voor posterior lumbar interbody fusion. Dit betekent dat we de wervelkolom vastzetten langs de achterzijde dmv kooien die tussen de wervels worden geplaatst.
Myspine MC staat voor een patiëntspecifieke aanpak waarbij via een insnede in de middellijn van de rug schroeven volgens een aangepast traject worden geplaatst.
Wanneer een operatieve behandeling door middel van vastzetten aangewezen is, is dit evenwel niet altijd mogelijk omwille van osteoporotisch bot. Schroeven plaatsen in zacht bot zorgt ervoor dat deze geen goede grip hebben waardoor de constructie kan falen. De oplossing is te vinden in een ander schroeftraject binnen de wervel waarbij het harde bot wordt opgezocht.
Op basis van een laag dosis CT wordt een 3D model gemaakt van de achterste structuren van de wervels van de patiënt. Samen met dit 3D model worden patiënt specifieke geleiders geproduceerd waardoor op een veilige manier het traject kan worden geboord. Dit alles wordt in een planning weergegeven waardoor lengte en diameter van de schroeven perfect gekend is.
Naast de mogelijkheid om ook mensen met osteoporose te behandelen heeft deze techniek ook nog een tweede voordeel. Doordat de richting van de schroeven van binnen naar buiten loopt en niet omgekeerd zoals bij de klassieke techniek kunnen we de lengte van de insnede en de breedte waarmee de wonde moet worden open gelegd ook tot een minimum beperken wat een gunstige invloed heeft op de genezing van de patiënt.
Tijdens de operatie installeren wij je in buikligging en maken een insnede van ongeveer 5 cm (voor 1 niveau) in het midden van uw rug. Zo worden de wervels via de rugzijde benaderd.
De wervels worden vrij geprepareerd om de geleiders te kunnen plaatsen en zo het schroeftraject te kunnen boren. Vervolgens worden de zenuwen die vertrekken vanuit het ruggenmerg vrijgelegd en de versleten tussenwervelschijf wordt verwijderd.
De hoogte van de ingezakte tussenwervelschijf wordt opgekrikt door het plaatsen van 2 kooien (= cage gemaakt van PEEK met titaniumcoating). Deze kooien zijn hol en worden opgevuld met je eigen bot. Dit bot is afkomstig van het doornvormige uitsteeksel en wervelboog welke werden verwijderd bij het vrijleggen van de zenuwen.
Tenslotte worden de schroeven verbonden door een staaf.
Op deze manier worden de wervels zowel langs de voorzijde ‘Interbody’ (kooien tussen de wervels) als langs de achterzijde (schroef en staaf) met elkaar verbonden (Fusion). Het uiteindelijke vastgroeien, duurt verschillende maanden en wordt opgevolgd door middel van radiografieën en/of CT scan.
Het is zeer belangrijk om afwisselende houdingen aan te nemen. Dus niet langdurig staan, slenteren, of zitten. Je moet je activiteiten geleidelijk aan opdrijven. Geen rugbelastende huishoudelijke activiteiten verrichten zoals stofzuigen, poetsen, …
Niet voorover bukken en zeker niks tillen of dragen dat zwaarder is dan 5 kilo.
Niet fietsen, met de auto of bromfiets rijden tot uw behandelend arts het toelaat. Sport is gedurende de eerste 6 maanden niet toegelaten. Zwemmen en fietsen kan vroeger gestart worden. Je behandelend arts zal je meedelen vanaf wanneer dit kan.
Bij het opstaan moet je de manier respecteren welke je werd aangeleerd door de verpleegkundigen in het ziekenhuis. Namelijk eerst op de zij draaien, daarna benen uit het bed en je zijdelings opdrukken met één hand. Zo kom je in een zittende positie. Hierna kan je veilig rechtstaan.
Roken heeft een negatieve invloed op het vastgroeien van de wervels (=pseudartrose). Zie dit misschien als een moment om te stoppen.
Kinesitherapie met oog op rug en buikspier versterkende oefeningen wordt pas na enkele weken gestart. Eventuele pijnstillende kinesitherapie wordt zonodig vroeger gestart. Dit wordt beslist op je eerste consultatie na de ingreep bij uw behandelende arts.
Hoewel we alles in het werk stellen om de kans op medische verwikkelingen zo klein mogelijk te houden, kunnen bij elke ingreep toch onverwachts neveneffecten optreden en dit zowel tijdens de ingreep als in de herstelperiode. Meestal zijn ze echter zeldzaam en kunnen ze behandeld worden. In dit geval zijn de voornaamste risico’s:
Infectie is een erge verwikkeling. Zelfs met al de moderne middelen die ons ter beschikking zijn, is de kans op infectie nooit volledig afwezig. Oppervlakkige infecties (wondproblemen) kunnen eenvoudig verholpen worden. Diepe infecties stellen ernstigere problemen maar kunnen behandeld worden. Er zijn dan wel bijkomende ingrepen nodig. We willen hierbij opmerken dat het normaal is dat uw wonde na deze ingreep langer vocht afgeeft. Dit is geen infectie maar zal goed gecontroleerd worden door de verpleegkundige en je behandelende arts. Infecties kunnen ook later optreden (jaren na de ingreep) wanneer er een kiem via je bloedbaan tot in het gewricht geraakt. Daarom dient je bij elke ingreep (tand verzorgingen, operaties,.....) steeds te vermelden dat je materiaal in je rug hebt. Dan kan de behandelende arts preventief antibiotica toedienen.
In de periode rond de ingreep bestaat er een verhoogde kans op flebitis (klonter vorming in de bloedvaten). De belangrijkste manier om dit te voorkomen is mobiel blijven. Daarom wordt er gevraagd, vanaf het begin, zoveel mogelijk de benen en de voeten te bewegen. Supplementair wordt er medicatie ( Laag moleculair gewicht Heparine type Clexane of Fraxiparine) gegeven om de klonter vorming te verminderen. Het dient benadrukt te worden dat deze medicatie de nood tot vroegtijdige mobilisatie niet kan vervangen.
Specifieke complicaties eigen aan rugchirurgie:
Het zenuwherstel kan plotseling en snel zijn na de operatie, maar kan ook heel lang op zich laten wachten en zelfs soms niet helemaal volledig zijn. Soms kan er, bij het zoeken naar de hernia, tijdens de ingreep een prikkeling van de zenuw ontstaan met tijdelijke gevoelsstoornissen of tijdelijke krachtvermindering in een deel van het been als gevolg. Het herstel kan enkele dagen tot meerdere maanden duren.
Tijdens de ingreep kan er soms een lek ontstaan in de ruggenmerg omhulling waardoor het ruggenmerg vocht lekt. Dit wordt gehecht tijdens de ingreep. Na de ingreep moet je 24 uur in bed blijven met benen hoger dan hoofd. Dit kan na de operatie hevige hoofdpijn en misselijkheid veroorzaken wanneer de patiënt gaat rechtzitten. Dit verdwijnt meestal spontaan na een paar dagen en zal slechts in uitzonderlijke omstandigheden een heroperatie met zich meebrengen.
Zoals bij elke operatie kan ook hier een nabloeding optreden. Verschil met andere operaties is echter dat het zich opstapelend bloed in de wonde soms een druk op het ruggenmerg kan creëren waardoor de noodzaak ontstaat de wonde terug te openen. Hierdoor kan je verblijf in het ziekenhuis enkele dagen verlengd worden, doch het verloop van je herstel zal in de meeste gevallen onveranderd blijven. Dergelijke bloeding met druk op het ruggenmerg kan verlamming met zich meebrengen. Meestal is dit tijdelijk en recupereert dit volledig.
Mogelijke complicatie eigen aan een fusie (=vastzetten) is het niet vastgroeien. Dit kan nieuwe ingrepen met zich meebrengen.
Andere ernstige verwikkelingen (schade aan zenuw) zijn eveneens mogelijk en zullen uitvoerig met je behandelend arts worden besproken. De veel voorkomende angst op verlamming en rolstoel zijn echter fel overroepen.
PLIF staat voor posterior lumbar interbody fusion. Dit betekent dat we de wervelkolom vastzetten langs de achterzijde door middel van kooien die tussen de wervellichamen worden geplaatst.
Het merendeel van de patiënten met lage rug- en/of beenpijn zullen geen ingreep moeten ondergaan. Echter wanneer niet-operatieve behandeling onvoldoende is, kan een ingreep worden overwogen.
Het vastzetten van een rug (weliswaar gedeeltelijk) wordt sinds verschillende jaren toegepast. De techniek en de gebruikte materialen zijn de laatste jaren fel verbeterd.
Het doel van deze operatie is je te verlossen van de hevige pijn en terug stabiliteit te geven aan je rug.
De oorzaak van de pijn is slijtage van de tussenwervelschijf (= discus) onderaan in de rug. Dit is een normaal verouderingsverschijnsel dat bij iedereen voorkomt, al is de mate waarin het optreedt, van mens tot mens verschillend. Deze slijtage (= discartrose) treedt op in de meest beweeglijke schakels van de rug, met name ter hoogte van hals en lage rug. De slijtage kan optreden door jaren uw rug zwaar te belasten of door een instabiliteit van een schakel ( na herniaoperatie of ten gevolge van spondylolisthese = glijwervel).
Ten gevolge van deze slijtage zakt de discus in waardoor pijn wordt veroorzaakt ter hoogte van de rug zelf. Een ingezakte discus veroorzaakt op zijn beurt een vernauwing ter hoogte van het ruggenmergkanaal en openingen van de zenuwen welke beenpijn met zich meebrengt.
Tijdens de operatie installeren wij je in buikligging en maken een insnede van ongeveer 8 cm (voor 1 niveau) in het midden van je rug. Zo worden de wervels via de rugzijde benaderd (Posterior). De zenuwen die vertrekken vanuit het ruggenmerg worden vrijgelegd en de versleten tussenwervelschijf (thv de lage rug = Lumbar) wordt verwijderd.
De hoogte van de ingezakte tussenwervelschijf wordt opgekrikt door het plaatsen van 2 kooien (= cage gemaakt van PEEK met titaniumcoating). Deze kooien zijn hol en worden opgevuld met je eigen bot. Dit bot is afkomstig van het doornvormige uitsteeksel en wervelboog welke werden verwijderd bij het vrijleggen van de zenuwen.
Tenslotte fixeren we de wervels door middel van schroeven, verbonden met een staaf, om de stabiliteit van de wervelkolom te vergroten (titaniumschroeven).
Op deze manier worden de wervels zowel langs de voorzijde ‘Interbody’ (kooien tussen de wervels) als langs de achterzijde (schroef en staaf) met elkaar verbonden (Fusion). Het uiteindelijke vastgroeien, duurt verschillende maanden en wordt opgevolgd door middel van radiografieën.
Het is zeer belangrijk om afwisselende houdingen aan te nemen. Dus niet langdurig staan, slenteren, of zitten. Je moet je activiteiten geleidelijk aan opdrijven. Geen rug belastende huishoudelijke activiteiten verrichten zoals stofzuigen, poetsen, …
Niet voorover bukken en zeker niks tillen of dragen dat zwaarder is dan 5 kilo.
Niet fietsen, met de auto of bromfiets rijden tot je behandelend arts het toelaat. Sport is gedurende de eerste 6 maanden niet toegelaten. Zwemmen en fietsen kan vroeger gestart worden. Je behandelend arts zal u meedelen vanaf wanneer dit kan.
Bij het opstaan moet je de manier respecteren welke je werd aangeleerd door de verpleegkundigen in het ziekenhuis. Namelijk eerst op de zij draaien, daarna benen uit het bed en je zijdelings opdrukken met één hand. Zo kom je in een zittende positie. Hierna kan je veilig rechtstaan.
Roken heeft een negatieve invloed op het vastgroeien van de wervels (=pseudartrose).
Kinesitherapie met oog op rug en buikspierversterkende oefeningen wordt pas na enkele weken gestart. Eventuele pijnstillende kinesitherapie wordt zonodig vroeger gestart. Dit wordt beslist op je eerste consultatie na de ingreep bij je behandelende arts.
Hoewel we alles in het werk stellen om de kans op medische verwikkelingen zo klein mogelijk te houden, kunnen bij elke ingreep toch onverwachts neveneffecten optreden en dit zowel tijdens de ingreep als in de herstelperiode. Meestal zijn ze echter zeldzaam en kunnen ze behandeld worden. In dit geval zijn de voornaamste risico’s:
Infectie is een erge verwikkeling. Zelfs met al de moderne middelen die ons ter beschikking zijn, is de kans op infectie nooit volledig afwezig. Oppervlakkige infecties (wondproblemen) kunnen eenvoudig verholpen worden. Diepe infecties stellen ernstigere problemen maar kunnen behandeld worden. Er zijn dan wel bijkomende ingrepen nodig. We willen hierbij opmerken dat het normaal is dat je wonde na deze ingreep langer vocht afgeeft. Dit is geen infectie maar zal goed gecontroleerd worden door de verpleegkundige en je behandelende arts. Infecties kunnen ook later optreden (jaren na de ingreep) wanneer er een kiem via uw bloedbaan tot in het gewricht geraakt. Daarom dien je bij elke ingreep (tand verzorgingen, operaties,.....) steeds te vermelden dat u een materiaal in uw rug heeft. Dan kan de behandelende arts preventief antibiotica toedienen.
In de periode rond de ingreep bestaat er een verhoogde kans op flebitis (klonter vorming in de bloedvaten). De belangrijkste manier om dit te voorkomen is mobiel blijven. Daarom wordt er gevraagd, vanaf het begin, zoveel mogelijk de benen en de voeten te bewegen. Supplementair wordt er medicatie ( Laag moleculair gewicht Heparine type Clexane of Fraxiparine) gegeven om de klonter vorming te verminderen. Het dient benadrukt te worden dat deze medicatie de nood tot vroegtijdige mobilisatie niet kan vervangen.
Specifieke complicaties eigen aan rugchirurgie:
Het zenuwherstel kan plotseling en snel zijn na de operatie, maar kan ook heel lang op zich laten wachten en zelfs soms niet helemaal volledig zijn. Soms kan er, bij het zoeken naar de hernia, tijdens de ingreep een prikkeling van de zenuw ontstaan met tijdelijke gevoelsstoornissen of tijdelijke krachtvermindering in een deel van het been als gevolg. Het herstel kan enkele dagen tot meerdere maanden duren.
Tijdens de ingreep kan er soms een lek ontstaan in de ruggenmerg omhulling waardoor het ruggenmerg vocht lekt. Dit wordt gehecht tijdens de ingreep. Na de ingreep moet je 24 uur in bed blijven met benen hoger dan hoofd. Dit kan na de operatie hevige hoofdpijn en misselijkheid veroorzaken wanneer de patiënt gaat rechtzitten. Dit verdwijnt meestal spontaan na een paar dagen en zal slechts in uitzonderlijke omstandigheden een heroperatie met zich meebrengen.
Zoals bij elke operatie kan ook hier een nabloeding optreden. Verschil met andere operaties is echter dat het zich opstapelend bloed in de wonde soms een druk op het ruggenmerg kan creëren waardoor de noodzaak ontstaat de wonde terug te openen. Hierdoor kan uw verblijf in het ziekenhuis enkele dagen verlengd worden, doch het verloop van uw herstel zal in de meeste gevallen onveranderd blijven. Dergelijke bloeding met druk op het ruggenmerg kan verlamming met zich meebrengen. Meestal is dit tijdelijk en recupereert dit volledig.
Mogelijke complicatie eigen aan een fusie (=vastzetten) is het niet vastgroeien. Dit kan nieuwe ingrepen met zich meebrengen.
Andere ernstige verwikkelingen (schade aan zenuw) zijn eveneens mogelijk en zullen uitvoerig met je behandelend arts worden besproken. De veel voorkomende angst op verlamming en rolstoel zijn echter fel overroepen
Microdiscectomie is het verwijderen van een hernia thv de lage rug langs rugzijde via microscoop waarbij gebruik gemaakt wordt van een minimale insnede.
Het merendeel van de patiënten met een hernia zullen geen ingreep moeten ondergaan. Echter wanneer niet-operatieve behandeling geen beterschap biedt, kan een ingreep worden overwogen. Ook wanneer er krachtverlies optreedt is operatieve behandeling aangewezen.
Deze ingreep wordt uitgevoerd onder algemene narcose.
Tijdens de operatie word je nadat je in slaap bent gebracht geïnstalleerd in buikligging.
Er wordt een insnede van ongeveer 2 á 3 cm gemaakt in de middellijn van je rug. De rugspieren aan de zijde van de hernia worden losgemaakt. Tussen de 2 wervelbogen bevindt zich een ligament welke deels wordt verwijderd. Nu bevinden we ons in het ruggenmergkanaal. De zenuw wordt opgezocht en opzij gehouden. De hernia wordt nu met een kleine tang verwijderd. Rond de zenuw en ruggenmerg wordt een gel aangebracht die verkleving van littekenweefsel aan de zenuw en ruggenmerg voorkomt. Deze gel verdwijnt spontaan na 1 maand.
De wonde wordt gesloten in verschillende lagen. Voor de huid wordt altijd een onderhuidse hechting gekozen met verteerbare draad.
Hoewel we alles in het werk stellen om de kans op medische verwikkelingen zo klein mogelijk te houden, kunnen bij elke ingreep toch onverwachts neveneffecten optreden en dit zowel tijdens de ingreep als in de herstelperiode. Meestal zijn ze echter zeldzaam en kunnen ze behandeld worden. In dit geval zijn de voornaamste risico’s:
Infectie is een ernstige verwikkeling. Zelfs met al de moderne middelen die ons ter beschikking zijn, is de kans op infectie nooit volledig afwezig. Oppervlakkige infecties (wondproblemen) kunnen eenvoudig verholpen worden. Diepe infecties stellen ernstigere problemen maar kunnen behandeld worden. Er zijn dan wel bijkomende ingrepen nodig. We willen hierbij opmerken dat het normaal is dat uw wonde na deze ingreep langer vocht afgeeft. Dit is geen infectie maar zal goed gecontroleerd worden door de verpleegkundige en uw behandelende arts.
In de periode rond de ingreep bestaat er een verhoogde kans op flebitis (klonter vorming in de bloedvaten). De belangrijkste manier om dit te voorkomen is mobiel blijven. Daarom wordt er gevraagd, vanaf het begin, zoveel mogelijk de benen en de voeten te bewegen. Supplementair wordt er soms medicatie ( Laag moleculair gewicht heparine type Clexane of Fraxiparine) gegeven om de klonter vorming te verminderen. Het dient benadrukt te worden dat deze medicatie de nood tot vroegtijdige mobilisatie niet kan vervangen.
Specifieke complicaties eigen aan rugchirurgie:
Het zenuwherstel kan plotseling en snel zijn na de operatie, maar kan ook heel lang op zich laten wachten en zelfs soms niet helemaal volledig zijn. Soms kan er, bij het zoeken naar de hernia, tijdens de ingreep een prikkeling van de zenuw ontstaan met tijdelijke gevoelsstoornissen of tijdelijke krachtvermindering in een deel van het been als gevolg. Het herstel kan enkele dagen tot meerdere maanden duren.
Tijdens de ingreep kan er soms een lek ontstaan in de ruggenmerg omhulling waardoor het ruggenmerg vocht lekt. Dit wordt gehecht tijdens de ingreep. Na de ingreep moet u 24 uur in bed blijven met benen hoger dan hoofd. Dit kan na de operatie hevige hoofdpijn en misselijkheid veroorzaken wanneer de patiënt gaat rechtzitten. Dit verdwijnt meestal spontaan na een paar dagen en zal slechts in uitzonderlijke omstandigheden een heroperatie met zich meebrengen.
Zoals bij elke operatie kan ook hier een nabloeding optreden. Verschil met andere operaties is echter dat het zich opstapelend bloed in de wonde soms een druk op het ruggenmerg kan creëren waardoor de noodzaak ontstaat de wonde terug te openen. Dergelijke bloeding met druk op het ruggenmerg kan verlamming met zich meebrengen. Meestal is dit tijdelijk en recupereert dit volledig. Hierdoor kan uw verblijf in het ziekenhuis enkele dagen verlengd worden, doch het verloop van uw herstel zal in de meeste gevallen onveranderd blijven.
Andere ernstige verwikkelingen (schade aan zenuw) zijn eveneens mogelijk en zullen uitvoerig met uw behandelend arts worden besproken. De veel voorkomende angst op verlamming en rolstoel zijn echter fel overroepen.