Wanneer de pezen van de schouder chronisch ingeklemd geraken tussen het dak van de schouder en de bovenarm, spreekt men van een impingement-syndroom van de schouder. Dit veroorzaakt pijn in de bovenarm met een typisch pijnpatroon.

Oorzaken

Het dak van de schouder (acromion) is van nature uit niet recht maar afhellend. Hierdoor ontstaat makkelijk een conflictsituatie tussen het uitsteeksel (tuberculus majus), waar de belangrijkste pezen (rotator cuff) van de schouder aanhechten, en het dak van de schouder. Een slijmbeurs helpt de pezen onder het dak van de schouder glijden. Deze slijmbeurs kan ontstoken raken (bursitis) en zo het glijdingsmechanisme verstoren. Deze situatie doet zich vooral voor bij activiteiten op of boven schouderhoogte, in het bijzonder als die met kracht gepaard gaan.

Indien er naast een ontsteking van de slijmbeurs ook een ontsteking optreedt aan één van de pezen spreken we van een tendinitis. Als deze ontsteking blijft aanhouden kan de pees door verdere irritatie beschadigd worden. Dit kan op termijn leiden tot een ruptuur van de pezen van de rotator cuff.

Symptomen

In het eerste stadium ondervindt de patiënt pijn in de bovenarm tijdens of na de activiteit, ofwel spontaan 's nachts.

In een verder stadium kan de pijn aanwezig blijven en kan de slaap ernstig gestoord worden. De patiënt heeft het dan ook moeilijker om zware krachtsinspanningen te doen boven schouderhoogte. Bij uitgesproken krachtverlies dient men rekening te houden met een mogelijke scheur van de rotator cuff.

Diagnose

Het klinisch orthopedisch onderzoek bestaat erin de klachten die de patiënt ondervindt, na te bootsen. Hier voor zal de arts verschillende actieve en passieve testen uitvoeren. Verder kunnen via echografie en/of radiografische onderzoeken eveneens aanwijzingen gevonden worden voor een ontsteking van de slijmbeurs of van de pezen. In sommige gevallen dient een arthro-CT- of arthro-MRI-scan genomen te worden, vooral om eventuele 'rotator cuff'-scheuren uit te sluiten.

De bevestiging van een impingementsyndroom is zeer belangrijk, vermits nekpijn een zeer gelijkaardige pijn kan veroorzaken, die echter een totaal verschillende behandeling vergt.

Behandeling algemeen

Conservatief

Zeker in de vroegtijdige stadia van de aandoening zal een conservatieve behandeling vooropgesteld worden. Indien er sprake is van een overbelasting van de pees dient rust in acht genomen te worden. Er wordt eerst ontstekingsremmende medicatie, in tabletten of via inspuitingen, gegeven. In regel worden twee tot drie spuitjes gegeven, rechtstreeks in de slijmbeurs, met een lokaal cortisonepreparaat. Deze therapie kan eventueel gecombineerd worden met kinesitherapie, bestaande uit een ontstekingsremmende behandeling en uit het herwinnen van de beweeglijkheid en de coördinatie van de verschillende schouderspieren. In een vroegtijdig stadium geeft deze gecombineerde therapie een goed resultaat bij 70% van de patiënten.

Bij blijvende last en geen argumenten voor een 'rotator cuff'-scheur op arthro-CT of arthro-MRI kan eventueel ESWT (shockwave) overwogen worden. Deze behandeling zorgt enerzijds voor het vrijzetten van genezingsfactoren en anderzijds het vernietigen van pijnlijke vrije zenuwuiteinden die door chronische ontsteking in de pees werden gevormd.

Operatief

In een minderheid van de gevallen zal uiteindelijk een heelkundige ingreep voorgesteld worden.

Het doel van de ingreep bestaat erin het afhellend deel van het dak van de schouder recht te schaven. Hierdoor ontstaat er meer ruimte voor de pees en is er minder kans op inklemming, zodat de ontstoken pees kan genezen (sub-acromiale decompressie). Tegelijkertijd wordt ook de ontstoken slijmbeurs verwijderd, zodat zich een nieuwe, gezonde slijmbeurs kan vormen. Deze ingreep gebeurt ook via een kijkoperatie.

Revalidatie

De revalidatie van deze schouderingreep neemt vaak enkele weken tot maanden in beslag.

In de eerste fase is het vooral van belang de schouder zoveel mogelijk te laten rusten. Hiervoor wordt dan ook een draagdoek voorgeschreven.                                

In de tweede fase gaat vooral de aandacht naar het herwinnen van de beweeglijkheid en het beperken van de pijn.                              

Tijdens de laatste fase gaat het om het herwinnen van de kracht. Deze fase kan tot vier tot zes maanden na de ingreep duren. De duur van de werkonbekwaamheid hangt grotendeels af van het uitgeoefende beroep en van de aantastingsgraad van de pees.

Onderzoeken

No items found.

Behandelingen

No items found.

Video

PDF bestanden
No items found.