Kraakbeendefecten (osteochondrale letsels) van de enkel

Kraakbeendefecten (osteochondrale letsels) van een of meerdere botdelen van de enkel (kuitbeen, scheenbeen, sprongbeen). Deze kunnen ontstaan door slijtage en/of (sport)letsel, maar een kraakbeendefect kan ook spontaan ontstaan zonder aanwijsbare oorzaak.

Symptomen

Bij kraakbeenpathologie voelt de enkel pijnlijk, instabiel, is dik, schiet ‘op slot’ of kraakt pijnlijk en hoorbaar. Kraakbeen kan zich in principe niet volledig herstellen, doordat er geen bloedvaten of zenuwen in zitten. Hierdoor is kraakbeenschade pas voelbaar als het weefsel er omheen geïrriteerd raakt. Er kan een klein stukje kraakbeen lokaal kapot zijn of het kraakbeen kan over het hele oppervlak meer of minder beschadigd zijn.

Diagnose

De uiteindelijke diagnose wordt gesteld door gerichte vragen over de klachten en een onderzoek van de enkel. Daarnaast wordt er een röntgenfoto gemaakt. Indien een röntgenfoto niet voldoende informatie geeft kan er aanvullend een MRI scan of een CT scan worden verricht.

Behandeling algemeen

Tijdens een kijkoperatie kan een kraakbeendefect worden behandeld door het defect ‘op te boren’. Eerst worden bij deze techniek losse kraakbeenstukjes en beschadigd kraakbeen verwijderd. Dan worden met een dun boortje gaatjes gemaakt in de botlaag onder het kraakbeen. Beenmergcellen die littekenkraakbeen kunnen aanmaken gaan nu de gaatjes in het kraakbeen opvullen. Daarmee wordt herstel van het kraakbeen gestimuleerd.

In het geval het kraakbeendefect een groot los fragment betreft kan het defect ook worden schoongemaakt en daarna het fragment worden gefixeerd met een klein schroefje.

Onderzoeken

No items found.

Behandelingen

Arthroscopie van de enkel
+

Voor bepaalde aandoeningen van de enkel, kan de orthopedisch chirurg een kijkoperatie (arthroscopie) adviseren als niet-operatieve behandeling onvoldoende effectief blijkt te zijn. Tijdens een kijkoperatie wordt niet alleen in het gewricht gekeken, maar kan ook direct een eventuele afwijking worden behandeld.

Een kijkoperatie van de enkel duurt ongeveer 30 minuten tot 1 uur en vindt plaats onder volledige narcose (diepe slaap) of met een ruggenprik. Bij de operatie worden twee kleine sneetjes in de huid aan de voorzijde of achterzijde van de enkel gemaakt. Door de eerste wordt een (camera) arthroscoop in het enkelgewricht gebracht. Deze geeft een beeld van het enkelgewricht op een monitor in de operatiekamer. Het gewricht wordt voortdurend gespoeld met een zoutwateroplossing. Daardoor zet de enkel wat uit en kan een duidelijker beeld worden verkregen. Voor een nog helderder beeld wordt het enkelgewricht ‘bloedleeg’ gehouden met een opgepompte bloeddrukband om het bovenbeen. Door de tweede huidopening kunnen verschillende instrumenten worden ingebracht voor de ingreep.

Voordelen van een kijkoperatie

- De ingreep is veilig, het risico op complicaties is veel kleiner dan bij een ‘open’ operatie.

- Bij een kijkoperatie kan er beter zicht op het volledige enkelgewricht worden behaald dan bij een ‘open’ operatie. Hierdoor is het ook mogelijk om een beschadiging die niet was voorspeld direct te behandelen.

- Een kijkoperatie is veel minder belastend dan een ‘open’ operatie. De spieren rondom de enkel hoeven niet te worden losgemaakt en terug gehecht. Omliggende weefsels worden ook minder beschadigd. Hierdoor is het herstel vlotter dan bij een ‘open’ procedure.

Nabehandeling

De meeste kijkoperaties worden in dagbehandeling uitgevoerd. Men kan dus dezelfde dag weer naar huis. Omdat een kijkoperatie minder belastend is voor de enkel dan een ‘open’ ingreep kan het herstel vlot en functioneel verlopen om snel voldoende te herstellen om de dagelijkse bezigheden weer op te pakken.

Bij het vastzetten van het enkelgewricht (artrodese) in verband met artrose is de nabehandeling wel anders dan na andere kijkoperaties aan de enkel. Na het vastzetten van de enkel wordt de enkel 3 maanden met gips en/of een walker boot nabehandeld om de botten aan elkaar te laten groeien. Elke ingreep blijft echter uniek, dus ook het herstel verschilt per patiënt.

PDF bestanden
No items found.

Video

PDF bestanden
No items found.